Daarna wandelen we richting de mijnen. We komen langs het waterwingebied. In het huisje staat een grote pomp.
Op de terugweg zien we twee ijseenden zwemmen. Het mannetje heeft een lange puntige staart. Jammer genoeg krijg ik ze niet duidelijker op de foto.
Als we bijna in de bewoonde wereld zijn, zie ik bij de huskykennel een ivoormeeuw lopen. Geweldig om ook deze arctische vogel in het echt te zien.
We hebben drie bijzondere vogelsoorten op een dag kunnen ontdekken.
Je kunt hier niet langer dan 4 jaar achter elkaar aan het werk zijn. In de zomer komen er veel onderzoekers en studenten. Soms voor een week, soms voor een paar maanden.
Als we aan land gaan of buiten de bebouwde kom lopen moeten we een geweer meenemen om ons te beschermen tegen eventuele ijsberen. Helaas zien we ze niet. Wij waren net vertrokken toen we hoorden dat er een beer met een jong liep.
Als je op Spitsbergen bent moet je natuurlijk naar een gletsjer. Wij zijn verder het fjord ingevaren om de Kongsbreen te bekijken. Na een paar mijl varen komen we het eerste ijs tegen waar ook vogels opzitten. Het geeft geen problemen om tussen dit ijs door te slalommen.
Wat is het een indrukwekkend en prachtig gezicht om al die ijsbrokken te zien.
De meeste gletsjers worden snel kleiner.
Daarna gingen
we door naar Peirsonhamna zeven mijl verderop. Halverwege komen er windbuien
in de lucht en waaide het stormachtig. Juist op het moment dat wij in een klein
kommetje moesten ankeren. Gelukkig ging dit goed en toen
de meeste wind voorbij was zijn we op een beter plekje gaan liggen.
Hier in Peirsonhamna was in 1920 een firma die dacht dat ze marmer konden verhandelen. Er werden allerlei machines, kranen en ander gereedschap overgebracht om het marmer te delven en naar Engeland te kunnen transporteren. Toen de eerste vracht in Engeland aankwam, bleek al het marmer in brokken uiteen te vallen. Wat een grote misrekening en fiasco.
De stille getuigen van alle restanten bekijken we op dit eiland, waar nu de rendieren en de poolvosjes tussendoor lopen.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgGLYKgcZXk4xGXlWHQH6_58HjQjIgYMZMabMCZyBFIj9iFhwgMR6Q8FCwUtxUrg0tmhz2JzLP_RNNGkw5FLVHV1SfsssIzOEm_xMDdWYHoHCxFdC-3iH66CWscNuX71gr-FtcZntq3N1me/s200/332.JPG)
Hier in Peirsonhamna was in 1920 een firma die dacht dat ze marmer konden verhandelen. Er werden allerlei machines, kranen en ander gereedschap overgebracht om het marmer te delven en naar Engeland te kunnen transporteren. Toen de eerste vracht in Engeland aankwam, bleek al het marmer in brokken uiteen te vallen. Wat een grote misrekening en fiasco.
Hier spreken we iemand die als eerste Zweed de noord- en de zuid pool op ski’s bereikt had en de noordwest passage gedaan had. Hij vertelde dat het in het noorden van Spitsbergen erg mooi is, maar dat er nu nog veel ijs in de fjorden lag. Daarop hebben wij besloten om weer naar het zuiden te gaan. We hebben er geen behoefte aan om een paar weken te wachten tot we er wel goed terecht kunnen.
De weerberichten voor de komende week lijken gunstig. We gaan dus door naar Engelsbukta om een nacht voor anker te gaan. Ook hier waait het weer flink. Dit komt door de zgn katabatische winden. Dit zijn winden die over de gletsjer heen waaien en dan gigantisch in kracht toe kan nemen. De kant opgaan is dan moeilijk.
De volgende dag gaan we door de Forlands Revet en naar Poole Pynten
en ruiken deze logge beesten goed.
Om half drie
in de nacht komen we in de ook winderige Bellsund aan. Het maakt allemaal niet uit
wat de tijd betreft, want het blijft 24 uur per dag licht. Besef van dag en
nacht heb je bijna niet meer.
Je merkt alleen dat
als de zon schijnt deze ’s nachts lager staat. We pakken een borrel, gaan in
bad en tegen 04.00 uur liggen we in bed. De volgende dag slapen we uit, bakt
Wim een brood en we maken alles in gereedheid om naar Noorwegen te gaan. We verlangen
naar de warmte en het groen.
Met de toppen van de bergen in de wolken en soms wat zonlicht op bepaalde plekken nemen we afscheid van Spitsbergen.
Eigenlijk waren we er te vroeg in het jaar om alles te kunnen doen wat we wilden doen. Het was veel kouder en winderiger dan 8 jaar terug toen wij er ook waren. We hebben in de drie weken dat we er geweest zijn heel veel gezien. We lagen altijd alleen op een ankerplek. Het zou volgens de Sysselmannen, de politie van Spitsbergen, erg druk worden met zeilboten dit jaar. Wij hebben er maar vier gezien. Deze lagen in de haven van Longyearbyen.
Het was wederom een geweldige ervaring om hier op deze afgelegen en arctische eilandengroep te zijn.
Soms spannend, maar met grote voldoening kijken we op deze tocht terug.
Het duurt een dag voor we de Sorkapp van Spitsbergen voorbij zijn en op de knobbelige zee zitten. De wind is NE en ongeveer 15 knopen.
We kunnen zeilen, maar het gaat niet snel. Verder moeten we, ondanks dat we al ver uit de kust zijn, toch nog uitwijken voor de gordel ijs dat om de zuidpunt drijft. Het ijs ligt een paar mijl noordelijker dan op de heenweg en het is veel meer naar het westen
gedreven.
Met de toppen van de bergen in de wolken en soms wat zonlicht op bepaalde plekken nemen we afscheid van Spitsbergen.
Eigenlijk waren we er te vroeg in het jaar om alles te kunnen doen wat we wilden doen. Het was veel kouder en winderiger dan 8 jaar terug toen wij er ook waren. We hebben in de drie weken dat we er geweest zijn heel veel gezien. We lagen altijd alleen op een ankerplek. Het zou volgens de Sysselmannen, de politie van Spitsbergen, erg druk worden met zeilboten dit jaar. Wij hebben er maar vier gezien. Deze lagen in de haven van Longyearbyen.
Het was wederom een geweldige ervaring om hier op deze afgelegen en arctische eilandengroep te zijn.
Soms spannend, maar met grote voldoening kijken we op deze tocht terug.
We kunnen zeilen, maar het gaat niet snel. Verder moeten we, ondanks dat we al ver uit de kust zijn, toch nog uitwijken voor de gordel ijs dat om de zuidpunt drijft. Het ijs ligt een paar mijl noordelijker dan op de heenweg en het is veel meer naar het westen
gedreven.
Na twee dagen zeilen
zwakt de wind verder af en moet nog anderhalve dag de motor bijgezet worden.
Wim gaat soms even buiten zitten.
Op onze verjaardag komen we tegen de middag in Torsvag aan. We vergapen ons aan de groene bergen. Zo snel kan de sneeuw in die drie weken smelten. We genieten van de lente bloempjes en de groene bladeren aan de bomen.
In de namiddag komt er een
huurbootje binnen die een gigantische
heilbot gevangen had. De vis woog 120 kg. Een paar huizen verderop hangt nog een heilbot. Deze woog 60 kg.
In het voorjaar, wat het hier eigenlijk nog is, is de natuur prachtig.